columns
Minor in Ballustrada Optima Forma
(Ballustrada)
Herdenking Jan Eijkelboom
(…) Vanuit de verte zagen we dat er al iemand stond. Een man die onbeweeglijk naar de regel staarde. Kijk, zei ik tegen mijn vrouw, vast een poëzieliefhebber. We zijn hier niet alleen vandaag. Het stemde me gelukkig dat mensen de moeite namen om op deze dag naar deze plek te komen. Wie weet hoeveel bewonderaars de kleine pelgrimstocht hadden ondernomen. Op de kade aangekomen liet ik mijn blik over het schitterende kruispunt van rivieren gaan. Vervolgens keek ik naar de man die met zijn linkerhand naar een groepje mensen in de verte zwaaide. Verdomme, hij staat te pissen, zei ik tegen mijn vrouw. Gegeneerd schuifelden we opzij. De man maakte deel uit van een reisgezelschap, dat zich tegenover ons op een andere kade luidruchtig ophield. In hoge nood was hij hier naar afgedwaald om zijn blaas te legen. Wat blijft komt nooit terug, riep ik naar de man en naar Jan Eijk boven ons.
Citaten
Alles zo wreed en vredig
Van horizon tot mond
(Uit: Zo Blauw als ijs)
Maar als de bevroren trein
met ons afbuigt zie ik Rotterdam vertrekken
Stipjes in de verte worden wij
(Uit: Rotterdam vertrekt)