GANZEN
(Uit: Reizigers voor alle richtingen)
Hun keelzang, hun ijle kokhalzen ’s nachts
alsof ze rechtstreeks vanaf het begin der tijden
Aan komen vliegen, gorgelend, elkaar vervloekend
-aflossingsproblemen?- in glazige duisternis
Op zoek naar een rivierarm, op zoek naar voedsel
in mijn besneeuwde slaapkamer, ik weet het niet
Ik weet niet waarom hun nachtelijk gegak
mijn leven plotseling zo de moeite waard maakt
Mijn vogel is de grauwe gans, anser, anser,
held van miljoenen nachten
Niet te beroerd om zijn luidruchtige V
te delen met wie nooit weg kon komen